Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Joab zeide tot [35]Cuschi: Ga heen, en zeg den koning aan, wat gij gezien hebt; en Cuschi boog zich voor Joab, en liep heen. 35. Of, den Moriaan, of Arabier, [zie Num.12:1]; zijnde ook een van Davids knechten, gelijk af te nemen is uit vs.31. Dezen schijnt Joab verkoren te hebben omdat hij een vreemdeling was. Sommigen houden het voor een eigennaam.